We hebben weer (tijdelijk) internet, dus de foto’s zijn bij de vorige twee blogs geplaatst. Voor de liefhebbers blader even terug op de site en bekijk de plaatjes die bij het verhaal horen.
Vanaf Mono Island zijn we door gegaan naar een klein paradijsje op aarde namelijk Snug Harbor. Toen we net om de hoek van het eerste eiland kwamen zei ik tegen Peter dat hij het anker gelijk wel kon laten zakken, zo mooi vond ik het. Volgens hem moesten we nog iets verder kijken en hij kreeg gelijk, want iets verder was het nog veel mooier. We lieten ons anker tussen twee riffen vallen en lagen er heerlijk rustig. Als je om je heen keek zag je aan de ene kant een eilandje (Mamaraga) met kokospalmen, aan de andere kant een mangrove-eiland (Apaidup) en voor de boot een doorkijk op zee. De golven werden daar gebroken door een dubbel rif, waar je de brekers over heen zag komen. De eilandjes zijn bijna allemaal onbewoond op Playon Chico na. Dus het was heerlijk rustig op onze ankerplek, met wat jagende pelikanen en vissende mannen in ulu’s (kano’s gemaakt van een boomstam, waar de locals invaren). Er kwamen regelmatig ulu’s bij de boot om wat te verkopen, zoals kokosnoten, reuze krabben en kreeften. We gingen al snel voor de bijl voor een mooie kreeft, alleen hadden we die dag zelf al een tonijntje gevangen. Dus de kreeft ging in een net onder de boot en hebben we de dag er na pas gegeten. Op het eind van de eerste dag kwam er ook nog een ulu met prachtige kleine banaantjes. Daar waren we wel weer aan toe, want het fruit begon wel een beetje op te raken. We kochten de tros en kregen er gelijk 2 kokosnoten en 2 limoenen bij. We kwamen met de man aan de praat en hij stelde zich voor als Arkin. Die naam kwam ons gelijk bekend voor en zeker toen hij de naam van Poef (Puff) noemde, wisten wij waar we die naam van kenden. Als voorbereiding op onze reis hebben we de blog van de Puff gevolgd. Frieda schrijft erg leuk en we konden de informatie goed gebruiken. Zij zijn vorig jaar ook in Snug Harbor geweest en schreven over de kennismaking met Arkin en wat ze allemaal beleefd hadden. Arkin wist hun namen nog en sprak erg enthousiast over die ontmoeting. Erg grappig om nu diezelfde man te ontmoeten. Hij kon van ons allerlei spulletjes gebruiken, zoals een nieuwe pet en een leesbril om mola’s te kunnen maken. De dag erna kwam hij brood bezorgen en gelijk zijn mola’s laten zien. Natuurlijk kochten we er bij hem ook eentje.
We zijn samen met Jakob en Hanny ook nog het plaatsje Playon Chico wezen bekijken. Dit zag er erg mooi en verzorgd uit. Het enige wat jammer is, is dat de mensen veel spullen van zich af gooien, dus je ziet veel zwerfvuil liggen. Een ander negatieve ervaring daar is dat een paar vrouwen ons geld probeerden af te troggelen. Op diverse plaatsen waar je bij een Guna dorp ankert moet je een soort anker geld (10 dollar)aan de chief betalen. Een officieel iemand komt dan naar je boot met een kwitantie en je geeft hem het geld. De dames in Playon Chico hadden daar blijkbaar van gehoord en dachten door het zelf schrijven van een bonnetje 20 dollar van ons te kunnen krijgen. Wij vonden dat het niet klopte, maar met ons beste Spaans wilden ze ons niet begrijpen. Tot ik zei dat Arkin onze vriend was en dat we het aan hem zouden vragen, toen dropen ze af. Die 20 dollar hebben we nooit hoeven te betalen, want we lagen helemaal niet bij dit dorp maar bij het eiland Mamaraga, wat onbewoond is.
Het was moeilijk afscheid nemen van deze mooie plek en we wilden nog naar een eilandje net achter het eerste rif. We zijn dus nog een dagje langer gebleven om Yauala te bekijken. Prachtig, prachtig, prachtig, wat mooi!! Een wit zandstrand, palmbomen, brekers op het rif en een rondzwemmende schildpad, wat wil je nog meer. Het is hier overal zo mooi dat het bijna niet te beschrijven valt en ook de foto’s geven niet weer wat wij allemaal zien.
We gaan ondertussen, samen met de Jonas, steeds westelijker in de San Blas. Het water en de eilandjes schijnen daar steeds mooier te worden, maar ook steeds drukker met cruisers.
Wij zijn zaterdag aangekomen bij Nargana een wat grotere plaats waar we weer vers fruit en groente kunnen kopen. Deze plaats heeft zich afgescheiden van de Guna cultuur en hier zie je dus geen vrouwen met mola’s lopen. Verder staat er op bijna iedere hut een schotel voor de televisie. Op straat zie je daardoor minder mensen lopen en de huizen zien er ook wat verwaarloosd uit. Als je veel tv kijkt heb je natuurlijk geen tijd om iets aan onderhoud te doen 😉 Nargana is wel mooi ruim opgezet en hier zie je juist erg weinig zwerfvuil.
Op zaterdag was er een basketbalwedstrijd gaande. Basketbal is de meest favoriete sport in de San Blas. Op zich natuurlijk wel grappig als je bedenkt dat hier het op een na kleinste volk ter wereld leeft. Ik denk ook niet dat ze internationaal zullen door breken, maar de wedstrijd was wel spannend en er werd zeer fanatiek gespeeld.
Gisteren zijn we de rivier de Rio Diablo opgevaren met de dinghy. Het water van de rivier is, verder inlands, zeer schoon. Veel bewoners van Nargana gaan daarom met hun ulu de rivier op om emmers en tonnen te vullen met dat water. Het water kan prima gebruikt worden om te koken en te wassen. Rio Diablo is super mooi, maar wat vooral spectaculair was, was een enorme krokodil die we langs de kant zagen. Eerst dachten we dat hij nep was, dus op de terugweg er nog een keer langs. Toen zagen we zijn bek open en dicht gaan, dus hij leefde echt. We gingen er dan ook met een ruime bocht om heen, want ik denk dat hij wel 3 meter lang was en je weet nooit wat zo’n beest doet.
Prachtige foto’s wat zullen jullie genieten.
Gezellige kerstdagen en dat jullie nog maar veel mooie plekken mogen bezoeken het komend jaar.
liefs van Cees en Anneke